Een glucosemeter is een apparaatje waarmee je het glucose gehalte in het bloed kunt meten. De glucosemeter heeft een bereik van tussen de 0,6 mmol/L en 33,3 mmol/L. Hier beneden of hier boven geeft hij LO of HI aan. 

Met een prikpen prik je een klein gaatje in het topje van je vinger waardoor er een druppel bloed vrij komt.

Een prikpen heb je in verschillende soorten. Je hebt prikpennen waar iedere keer een nieuw naaldje in geplaatst moet worden, maar je hebt ook prikpennen waar je doordraai naaldjes in kan plaatsen. Zo kun je deze 6 keergebruiken.

Test strips zijn kleine platte strips welke je overal in huis terug vindt.. De test strip plaats je in de glucose meter en hier laat je een druppel bloed op vallen.

Een insuline pomp is een apparaatje welke insuline toediend middels een basaal patroon. Wanneer je iets gegeten of gedronken hebt met koolhydraten of je hebt een hoge bloedsuiker, kun je een bolus toedienen. Je krijgt dan een extra toediening insuline. De insuline standen worden samengesteld door de diabetesverpleegkundige.

Een infusie set is een pleister met een klein naaldje, welke direct onder de huid geplaatst wordt. De infusie set kun je vervolgens aansluiten aan de pomp middels een slangetje. Het slangetje zit gekoppeld aan een insuline reservoir.

Een glucose sensor is een handig hulpmiddel welke gekoppeld kan worden aan de insuline pomp. Hierdoor kun je 24 uur per dag je bloed glucose waarde aflezen op de pomp. Een voordeel hiervan is dat je alarmen krijgt bij een hoge- en lage bloed glucose waardoor je snel kunt reageren. 

* Foto: Medtronic Diabetes

Om de glucose sensor in te brengen heb je een inschiet apparaat nodig en een oplaad apparaatje.

Deze Glucagen spuit bevat de actieve stof 'Glucagon'. Deze spuit is voor direct gebruik in noodsituaties en wordt gebruikt wanneer iemand met diabetes flauwvalt door een zeer lage bloedglucose. Glucagen wordt dus gebruikt wanneer iemand niet meer in staat is zelf glucose in te nemen.

Een insuline pen is een pen gevuld met insuline. Je draait hier iedere keer een nieuwe naald op. Er zijn veel verschillende soorten insuline, van ultrakort werkend naar lang werkend.

Mensen welke een pomp gebruiken, hebben insuline pennen voor nood. Wanneer je geen pompje gebruikt spuit je een aantal keer per dag insuline, ook dit wordt afgesproken in overleg met de diabetesverpleegkundige.